Onlangs heeft Eefje ons team versterkt. Met haar specialistische kennis en vaardigheden op het gebied van kinderfysiotherapie zorgt zij voor extra mogelijkheden binnen onze praktijk en daar zijn wij ontzettend blij mee. Eefje richt zich op problemen rondom het bewegen en het bewegingssysteem van kinderen en jongeren (0-18 jaar). In dit interview vertelt zij ons meer over dit specialisme.
Waarom heb je ervoor gekozen om je juist in deze vorm van fysiotherapie te specialiseren?
“Ik heb voor kinderfysiotherapie gekozen, omdat ik graag met kinderen werk, het werk dankbaar is en het een openere vorm van therapie is. Met vaak kleine handreikingen is er al veel te behalen. En soms is alleen het oog van een specialist op dit gebied voldoende om ouders gerust te stellen.”
In welke opzichten onderscheid kinderfysiotherapie zich van fysiotherapie in het algemeen?
“Kinderfysiotherapie is gericht op kinderen en hun ontwikkeling, aangezien dit vrij uitgebreid is, is er een volledige opleiding voor. Zowel voor het herkennen van de normale ontwikkeling en de daarin passende afwijkingen, als de daadwerkelijke afwijkende ontwikkeling waar wat extra ondersteuning voor nodig is.”
Waarom zijn jouw specialistische kennis en vaardigheden hierin zo belangrijk?
“Ik denk dat het belangrijkst is dat ik tijdig de afwijkingen in de ontwikkeling kan ontdekken en een passende therapie daarbij kan geven. Ook denkende aan orthopedische klachten die gerelateerd zijn aan de groei of problemen bij de schrijfmotoriek.”
Kun je een voorbeeld uit de praktijk noemen en aangeven hoe een afwijking in motoriek of motorische ontwikkeling wordt aangepakt?
“Bij schrijfvaardigheidsproblemen is het zaak om te kijken wat de oorzaak is, aan de hand daarvan kan worden ingezet op het verder ontwikkelen van een driepuntsgreep of het aanleren van lettervormen of pendruk. Ook kan het probleem in het aanleren van de letters zijn, dit vraagt dan weer om een andere aanpak.
Verder is het zaak om de therapie aan te passen aan het kind en leuk/afwisselend te houden zonder dat het ten koste gaat aan de productiviteit.”